Wijzigingen in bedrijfsopvolgingsfaciliteiten vanaf 2026
De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) bij schenken en overlijden zijn de afgelopen jaren meerdere keren aangepast. Ook in 2026 vinden opnieuw wijzigingen plaats.
Fiscale faciliteiten bij bedrijfsopvolging
Bij het schenken of erven van een onderneming kan, onder voorwaarden, gebruik worden gemaakt van de BOR en de DSR.
De BOR biedt een vrijstelling van schenk- en erfbelasting, terwijl de DSR de mogelijkheid geeft om de verschuldigde belasting door te schuiven, zolang de onderneming wordt voortgezet.
Wijzigingen per 2025: vrijstelling en voortzetter
Vanaf 2025 gelden nieuwe regels voor de BOR en DSR.
De vrijstelling van de BOR bedraagt vanaf dat jaar 100% tot €1.500.000 en 75% over het meerdere.
Daarnaast is de voorwaarde dat de voortzetter al 36 maanden in dienst is bij de onderneming, voor de DSR van aandelen vervallen.
Let op! Voor de DSR in de inkomstenbelasting geldt deze dienstbetrekkingsvoorwaarde nog wel. Vanaf 2025 moet de verkrijger van aandelen bovendien minimaal 21 jaar oud zijn om gebruik te kunnen maken van de BOR en DSR van aandelen.
Wijzigingen per 2025: voortzettingstermijn en ondernemingsvermogen
De voortzettingstermijn bedraagt vanaf 2025 drie jaar.
Let op! Voor verkrijgingen vóór 1 januari 2025 blijft de voortzettingstermijn vijf jaar. De kortere termijn van drie jaar geldt dus alleen voor verkrijgingen vanaf 1 januari 2025.
Voor de berekening van de vrijstelling in de BOR telt vanaf 2025 niet langer 5% van het beleggingsvermogen mee als ondernemingsvermogen.
Ook bedrijfsmiddelen met een waarde van €100.000 of meer die deels voor privédoeleinden worden gebruikt, kunnen niet meer volledig als ondernemingsvermogen worden aangemerkt.
Let op! Vanaf 2024 wordt aan derden ter beschikking gesteld onroerend goed (zoals verhuurde panden) standaard aangemerkt als beleggingsvermogen. Dit vermogen komt dus al vanaf 2024 niet meer in aanmerking voor de BOR en DSR van aandelen.
Wijzigingen per 2026: voortzettingstermijn en bezitstermijn
Vanaf 2026 wordt het eenvoudiger om in bepaalde situaties de rechtsvorm of structuur van een onderneming te wijzigen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de verplichte voortzettingstermijn of bezitstermijn.
Daarnaast wordt vanaf die datum het onbedoeld dubbel gebruik van de BOR voorkomen en worden maatregelen genomen tegen zogenaamde rollatorinvesteringen.
Hiervoor gaat een langere bezitstermijn gelden voor schenkers en erflaters die later dan twee jaar na hun AOW-leeftijd met de onderneming zijn gestart.
Verder wordt in 2026 in de wet een definitie van preferente aandelen opgenomen.
Aandelen met een wezenlijke voorrang op winst of liquidatieopbrengst worden als preferent aangemerkt.
Deze nieuwe definitie kan gevolgen hebben wanneer er sprake is van verschillende soorten aandelen.
Wijzigingen op een later moment
In het Belastingplan 2025 stond ook een voorstel om de BOR en DSR van aandelen vanaf 1 januari 2026 alleen nog toe te passen op gewone aandelen met een minimaal belang van 5%.
Winstbewijzen, opties op aandelen en trackingstocks zouden daarmee buiten de regelingen vallen.
Het is nog onduidelijk of en wanneer dit voorstel daadwerkelijk wordt ingevoerd.
Let op! Alle overige wijzigingen zijn al eerder door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen en zijn dus definitief.
Neem contact op met onze expert.
Neem contact op