
Wanneer is een thuiskantoor een vaste inrichting?
Op 7 maart 2025 is een artikel verschenen in het fiscaal vaktechnisch maandblad ‘Belasting Beschouwingen’ geschreven door onze adviseurs Robbin Kühl en Lieke Jacobs. Hierin wordt ingegaan op het begrip van de ‘vaste inrichting’ voor het Nederlands (internationaal) belastingrecht en op de vraag hoe en of het thuiskantoor van een werknemer als een vaste inrichting kan kwalificeren. In dit bericht nemen we je mee in de belangrijkste punten uit de publicatie.

De impact van thuiswerken op de belastingheffing
Door de digitaliseren van de economie werken steeds meer mensen op afstand, bijvoorbeeld vanuit thuis, maar ook steeds vaker over landsgrenzen heen. Dit roept de vraag op: wanneer wordt een thuiskantoor gezien als een vaste inrichting, met alle fiscale gevolgen van dien? Voor buitenlandse werkgevers kan dit namelijk betekenen dat zij belastingplichtig worden in Nederland. Andersom kan dit ook voor binnenlandse, Nederlandse werkgevers betekenen dat zij belastingplichtig worden in het buitenland.
Wat is een vaste inrichting?
Een vaste inrichting betekent kort gezegd dat een onderneming een fysieke aanwezigheid heeft in een ander land, van waaruit (deels) activiteiten worden uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld een kantoor, fabriek of winkel in een ander land zijn, máár onder bepaalde omstandigheden kan een thuiskantoor hier ook onder vallen.
Een vaste inrichting moet voldoen aan vier criteria:
- Een plek (inrichting) - er is een specifieke locatie in een ander land.
- Een zekere mate van permanentie – die locatie is zowel fysiek, als in de tijd, vast genoeg. Meestal moet het hier gaan om bijvoorbeeld een (deel van een) gebouw dat voor langere tijd wordt gebruikt.
- Beschikbaar voor de onderneming - de buitenlandse onderneming kan gebruik maken van de locatie. Denk hierbij niet alleen aan eigendom, huur of een ander gebruikrecht, maar ook aan een ‘effectieve zeggenschap’ die de onderneming op een andere manier kan uitoefenen over een locatie.
- Activiteiten van de onderneming worden daar uitgevoerd.
Het is dus niet zo dat elk thuiskantoor direct als vaste inrichting wordt gezien. Het gaat uiteraard ten eerste om grensoverschrijdende situaties. Daarnaast hangt het af van de feiten en omstandigheden per geval, zoals de gemaakte afspraken tussen de werkgever en de werknemer, de mate waarin de werknemer verplicht is om thuis te werken en of er een alternatieve kantoorruimte beschikbaar is in het land van de werkgever. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de internationale afspraken die gelden tussen Nederland en het andere betrokken land (het internationaal belastingverdragenrecht) en hoe het andere land het vaste inrichting begrip interpreteert. Dit laatste kan afwijken van hoe vanuit Nederland tegen dit begrip aan wordt gekeken.
Fiscale gevolgen van een vaste inrichting
Als een thuiskantoor kwalificeert als een vaste inrichting, dan heeft dit gevolgen voor:
Vennootschapsbelasting
Een deel van de winst van de onderneming kan belast worden in het land waar de vaste inrichting aanwezig is. Dit brengt relatief complexe fiscale berekeningen met zich mee en kan leiden tot extra administratieve verplichtingen, zoals een registratie bij de (buitenlandse of Nederlandse) belastingdiensten en het indienen van winstbelastingaangiften. Daarbij zal dan ook de voorkoming van dubbele belastingheffing over hetzelfde deel van de winst van belang zijn.
Loonbelasting
De werkgever zal bij het bestaan van een vaste inrichting, mogelijk ook een (buitenlandse of Nederlandse) salarisadministratie moeten aanhouden voor de loonbelastingen. Dit hangt af van de specifieke situatie en de mate waarin de werknemer in Nederland werkt.
Twijfel je over de kwalificatie?
Een thuiskantoor als vaste inrichting kan grote gevolgen hebben. Het is daarom belangrijk om per situatie een gedegen analyse te maken. Naast het thuiskantoor als ‘fysieke’ vaste inrichting, kan een buitenlandse werknemer mogelijk ook leiden tot een zogeheten vaste vertegenwoordiger. Dit is een andere vorm van ‘vaste inrichtingen’ welke gerelateerd is aan het voorbereiden/afsluiten van overeenkomsten in het buitenland.
Daarnaast kan uiteraard ook op grond van andere ‘aanwezigheid’ in het buitenland sprake zijn van een reguliere ‘fysieke’ vaste inrichting. Voor constructie- of installatieprojecten in het buitenland gelden daarbij verdere specifieke vereisten.
Mocht je twijfelen of sprake is van een van de overige vormen van een vaste inrichting, neem dan contact op met een van onze adviseurs.
Onze adviseurs helpen je hier graag bij.
Neem contact op met onze expert.
Neem contact op